PSA-PRAKTIJKCASES-juli-2014__Pagina_1

Praktijkcase

Case 1 De middelgrote onderneming ‘Metaalalert‘ (fictieve naam, maar waar gebeurd verhaal dat boven water kwam na uitvoering van een recent PW-scan) verricht activiteiten op het gebied van kunststof met metalen onderdelen. De kwestie voor de OR en de directie is of de 140 werknemers van Metaalalert onder de CAO/bedrijfstakpensioenfonds (BPF) voor groot metaal valt? [In grote lijnen valt een onderneming onder het verplichte ´pensioenfonds metalektro´ indien men ‘hoofdzakelijk’ metaal bewerkende werkzaamheden door de werknemers laat verrichten. Ogenschijnlijk was de werkgever de mening toegedaan dat dit niet het geval was. Men telde bijvoorbeeld alleen de werknemers die 100% het metaal bewerkte. Verder was men gesterkt door het feit dat men niet onder de CAO viel en dus daarmee ook niet onder de werkingssfeer van het BPF viel. Dit laatste is een veel gemaakte denkfout. Een ‘verplichtstellingbeschikking’ van het pensioenfonds heeft een zelfstandige werking; ook al valt men niet onder een CAO dan nog kan de ‘verplichtstellingbeschikking’ van kracht zijn.] Metaalalert had een eenvoudige pensioenregeling die € 200.000 per jaar kostte; de regeling bij het pensioenfonds zou € 700.000 per jaar kosten. In deze zaak is de interpretatie van de berekeningsmethode van wat als ‘hoofdzakelijk’ wordt geïnterpreteerd cruciaal. De CAO, de Hoge Raad en de beschikking hadden allen een eigen interpretatie daarvan. De oplossing was dat over een langere periode exacte tijdregistratie werd uitgewerkt. Verder werd deze meting voortdurend uitgevoerd. Hierdoor was Metaalalert in staat te bewijzen dat slecht 45% van alle werkzaamheden aan metaal werden verricht. Zo kon de onderneming buiten de werkingssfeer van de bedrijfstakpensioenfondsen (BPF) blijven. Besparing door de PW-scan (Pensioen(wet)scan) voor Metaalalert is € 500.000 per jaar. [Als ‘Metaalalert‘ geen PW-scan had gedaan en de meeting aan het pensioenfonds had overgelaten zou deze absoluut boven de 50% komen waardoor ze wel onder de BPF zouden vallen. Met als gevolg dat ze bijvoorbeeld 5 jaar (maximaal 20 jaar) achterstallige premie zouden moeten afdragen ter waarde van 3,5 miljoen euro (5x700K). Heb je geluk dan mag je de al betaalde premie van de verzekeraar (5x200K) eraf halen en betaal je alsnog 2,5 miljoen euro. Daarboven komt de boete voor de bestuurder (met geluk 50% (250K) van de maximale boete van 500K.] Praktijkcase 2praktijkcase 3